Muisstil, woest én luxe in Patagonië
Gepost in Inspiratie buiten Europa, Reportages | geplaatst door Jurriaan TeulingsDe zomerdrukte ontsnappen? Reis af naar Argentijns Patagonië, waar het goed toeven is aan de stille oevers van het Nahuel Huapi-meer. Hier wordt het spektakel van de uitgestrekte woestenij slechts af en toe onderbroken door kleine enclaves van gezelligheid en warmte.
Terwijl we op een bootje de schoot van het Andesgebergte invaren, breekt een waterig zonnetje breekt af en toe door de wolken boven Lago Nahuel Huapi, een uitgestrekte meer bij San Carlos de Bariloche. We zijn in Argentijns Patagonië, vlak aan de grens met Chili.
Het meer heeft zeven armen. Aan het uiteinde van de meest westelijke daarvan ligt Puerto Bles. Veel meer dan een aanlegplek en een knus pensionnetje is het niet, maar het isolement tussen hoge bergwanden maakt het idyllisch. ’s Zomers is het een populaire tussenstop voor wandelaars onderweg naar Chili; vanaf hier is het luttele kilometers naar de grens. ’s Winters draait het vooral om het verblijf in de muisstille wildernis. Onderweg verwarmen we ons aan boord met maté en lokaal gestookte whisky, gevolgd door een maaltijd van kaasfondue: een mengelmoes van inheemse, Schotse en Zwitserse wortels die in Patagonië regelmatig naar voren komt. Het uitzicht op de dicht beboste hellingen wordt slechts doorbroken door watervallen die recht in het meer storten. Zo nu en dan verdwijnt alles achter een gordijn van witte sneeuwvlokken. ’s Avonds volgt er een diner met forel uit het meer, en een biefstuk van de Pampa’s. Een fles Malbec maakt korte metten met de jetlag.
Als we de volgende dag terugkeren in de bewoonde wereld, zien we vanuit de haven van Puerto Pañuelo een imposant gebouw, hoog op een heuvel tussen twee meren staan. Het is Llao Llao, de grande dame onder de Patagonische luxehotels, bezield met een jaren ’40-grandeur die het sinds vele decennia tot een vanzelfsprekend onderkomen van bezoekende filmsterren, staatshoofden en royalty heeft gemaakt. Afgelopen maart logeerden de Obama’s er nog; momenteel is het de emir van Qatar, die met zijn hofhouding een groot aantal kamers heeft bezet.
Maar ook de Oranjes hebben er overnacht. Prins Willem Alexander ontmoette hier in 1999 zijn aanstaande schoonouders, 48 jaar nadat zijn grootvader er incheckte na het sluiten van een lucratieve deal met president Perón. In hetzelfde jaar, 1951, stak hier een heel ander figuur hier Andes over op zijn legendarische motorreis door Zuid-Amerika: Che Guevara. De revolutionair zal hebben gegruweld van het kapitalistische kasteel vol dikke tapijten en opgepoetste ornamenten. Toch ligt de ware luxe hier niet zozeer in de weelderige kamers, spa of golfbaan, maar in het fabelachtige uitzicht op het landschap rondom het hotel. Daar kan ook prima gratis van worden genoten.
Luxe is leuk, maar in een oude jeep voorbij de sneeuwgrens een berg op racen kan ook niet elke dag. Bovenaan Cerro López, een van de nabije bergpieken, is het landschap bedolven onder een dik pak verse sneeuw. De hobbelige, maar spectaculaire rit door de sneeuw eindigt er bij een houten bergrestaurantje. We sterken er even aan met wat chocoladelikeur, en wandelen vervolgens een enerverend uur door het winterwonderland. Waggelend als pinguïns, op grote platte sneeuwschoenen. Als we tegen de avond terugkeren bij Llao Llao, kleuren de besneeuwde bergtoppen rondom het hotel inmiddels roze in het laatste daglicht.
Aan de andere kant van Lago Nahuel Huapi ligt Villa La Angostura. Alleen de route erheen is al een traktatie: dwars door het oudste nationaal park van Argentinië – tevens Nahuel Huapi genaamd. Hier loopt de Andes uit in een glooiende steppe; beboste bergflanken worden afgewisseld door desolate vlaktes. Het natte asfalt strekt er als een zilveren lint doorheen. In het centrum oogt Villa La Angostura als een opgevoerd Tiroler skidorp, van het soort waar het het hele jaar rond een beetje Kerstmis is. Even daarbuiten fungeert ‘El Mercado’, een volledig uit gerecycled materiaal opgetrokken hotel- en horecacomplex, als totem voor Argentijns hipsterdom. Het ligt vlak om de hoek van Tinto Bistro, het restaurant van de broer van koningin Máxima. Momenteel is het echter wegens succes gesloten; er is een verhuizing ophanden.
Ons hotel, Las Balsas, ligt nog een paar kilometer verderop, afgezonderd aan een stille baai. De suites lijken erop te zijn gemaakt om dagenlang in te vertoeven, met luxe badkamers en beddengoed van Egyptisch katoen. Geen wonder dat dit gedeelte van het land zo’n groot aantal honeymooners trekt. Het inpandige restaurant — hoog aangeschreven, met een eigen wijnkelder — maakt dat je het hotel in feite niet hoeft te verlaten. Maar ook hier is het uiteindelijk toch het uitzicht waar het om gaat. Of je nu in de spa vertoeft, het restaurant, de lobby of eigen suite, er is altijd wel een raam waardoor het spektakel van de Patagonische wildernis de aandacht trekt. En dat nodigt toch telkens weer uit om alle comfort achter te laten voor een directe confrontatie met de elementen. Als we de laatste avond dineren in ‘La Cueva’, een sprookjesachtig restaurantje in een rotsspleet bovenaan Cerro Catedral — de berg bij Bariloche die tot een van Zuid-Amerika’s populairste skibestemmingen is uitgegroeid — blijkt dat alleen te bereiken via sneeuwscooter. We pakken ons in, en racen nog een keer de helling op, dit keer door een nachtelijke sneeuwstorm.
Meer weten over Patagonië? Lees dan ook het eerste deel van Jurriaan’s Patagonië-reportage.
Reacties
Geen reacties gevondenSchrijf een reactie