Een sjamaan met lange tenen
Gepost in Reportages | geplaatst door Jurriaan TeulingsHet leukste beroep ter wereld is geen vetpot. Daar heeft reisjournalist Jurriaan Teulings regelmatig mee te maken. Om de kosten binnen de perken te houden, moet soms zelfs de hulp van een sjamaan worden ingeroepen. Maar wat als die zich gaat bemoeien met de inhoud van je verhaal?
Afgelopen week werd mijn verhaal over ayahuasca (verschenen in het reiskartern van Winq magazine, feb. 2013 – je kunt het verhaal hier (via) lezen) genomineerd voor de Aad Struijs Persprijs, een prijs die elk jaar wordt uitgereikt voor de beste reisreportage. Of het wordt gekozen valt nog te bezien: er zijn maar liefst 9 andere genomineerden en het gaat over hallucinerende toeristen. Maar wellicht is dit een goed moment voor wat achtergrond. Het stuk is namelijk een beetje aangepast voordat het werd gepubliceerd.
Als reisjournalist ben je soms niet in staat alles zelf te betalen. Stel het gemiddelde honorarium voor een artikel in een Nederlandse krant of tijdschrift tegenover de kosten van een intercontinentale vlucht of een nacht in een mooi hotel, en je maakt al vanaf de eerste dag verlies. Dit verhaal speelde zich af in Brazilië, waar ik gelukkig al voor een andere opdracht was. Inmiddels was ik ook al gewend aan slapen in een hangmat. Toch moest ik heen en weer reizen tussen Paraty, Alter do Chão en Itacaré. Een afstand van 6000 kilometer, vergelijkbaar met die tussen Amsterdam en New York. Niet goedkoop.
Ik wou al een paar jaar een verhaal maken over ayahuasca, een bizarre jungle-drug uit het amazoneregenwoud waar ik steeds vaker over hoorde. Backpackers, maar ook mensen die ik ontmoette in chique resorts, hadden het er over. Men was erg enthousiast. Het hallucinatorische brouwsel van bladeren en lianen, dat al duizenden jaren door sjamanen in het Amazonegebied wordt gebruikt om te communiceren met geesten, zou met hetzelfde gemak toeristen naar een andere dimensie kunnen teleporteren. Men noemt magische drab ‘thee’, of zelfs ‘medicijn’. Het effect van het werkzame bestanddeel, DMT, wordt vergeleken met dat van LSD. Maar dan sterker. Het liefst wordt het woord ‘drug’ vermeden, omdat dat voor velen als onnatuurlijks wordt ervaren, iets uit een laboratorium. En ayahuasca wordt doorgaans gemaakt in een ketel in het bos.
De sprong van sjamaan naar toerist is op zich niks nieuws: ayahuasca-ervaringen worden al enkele decennia aangeboden aan nieuwsgierige reizigers. Soms in daartoe speciaal ingerichte communes, of zelfs in luxe resorts. Meestal, maar niet altijd, onder begeleiding van de sjamanen zelf. Die sjamanen zijn allang niet alleen meer indianen, maar ook mensen die door hen zijn ingewijd. Of zo’n sjamaan bona fide is, moet je dan maar geloven.
Sinds enkele jaren heeft dit ayahuasca-toerisme een vlucht naar voren gemaakt. Steeds meer mensen weten ervan en gaan speciaal voor zo’n ervaring naar Zuid-Amerika, hoewel het inmiddels ook in andere landen wordt aangeboden. Het is niet overal legaal en in Brazilië mag het alleen in het verband van een religieuze ceremonie worden gebruikt. Zo’n religie is overigens snel bedacht. Een beetje zingen en een new-age cd met walvisgeluiden opzetten is al genoeg.
Vanwaar die aantrekkingskracht? Ayahuasca is geen lieverdje. Je gaat er niet lekker van slapen en je krijgt er ook geen mensen mee op de dansvloer. Integendeel: het maakt je verschrikkelijk misselijk, zo erg dat ayahuasca ook wel als de ‘kleine dood’ bekend staat. En dan is er nog de explosieve diarree waar het mee gepaard gaat. Diepe existentiële angst, leeglopen uit alle lichaamsholten en een heftige trip waar je 4 tot 6 uur niet aan kunt ontsnappen – daar moet toch wel iets heel bijzonders tegenover staan.
Na mezelf ervan te hebben verzekerd dat ayahuasca relatief ongevaarlijk is, heb ik het een aantal keer zelf geprobeerd. De eerste keer bij een hippiecommune in Alter do Chão, de tweede keer in het huis van een jezusfiguur in de jungle bij Paraty, en de derde keer onder begeleiding van een sjamaan/psycholoog in een resort bij Itacaré. Die laatste kostte €1900 per persoon. Daar kreeg je vier ayahuasca-ceremonies, verspreid over negen dagen, voor terug.
Alter do Chão kostte een 20 euro, mits ik mijn eigen hangmat meenam. Paraty was een vrijwillige bijdrage van 60 euro, en mijn inzet bij het maken van het goedje – wat 2 dagen zware lichamelijke arbeid inhield. De 1900 euro van Itacaré kon ik me niet veroorloven, dus heb ik gevraagd of ik als journalist gratis mee kon kijken. Vaak gaat men met zo’n voorstel akkoord omdat men de publiciteit weer klandizie oplevert. Dat was hier ook het geval. Het was laagseizoen, dus er was plek.
De sjamaan van het resort bij Itacaré, een Argentijnse dame die zich door Peruaanse shipibo-indianen had laten inwijden, had een achtergrond als psycholoog. Dat vond ik een interessante combinatie. Want er wordt regelmatig beweerd dat ayahuasca geestelijke problemen kan oplossen waar de reguliere geneeskunde geen vat op heeft. Dat is nogal wat. Ik hoopte dat zij, als wetenschappelijk getraind persoon, misschien een nuchtere aanpak zou hebben. Die is welkom in de wereld van ayahuasca, die veelal door zweverige types wordt beheerst. Je hoort er de wildste pseudo-wetenschappelijke claims.
Bladeren en lianen, samengekookt tot een bruine drab
Ze vroeg me ook of ze het verhaal voor publicatie kon lezen. Vond ik prima. Dat is ook niet ongebruikelijk. Een extra paar ogen voor de feitjes is altijd welkom. Maar toen het zover was, bleek ze het verhaal niet goed te vinden en wou ze er niks mee te maken hebben. Het stuk zou onherstelbare schade toebrengen aan haar praktijk en beledigend zijn voor ayahuasca. Ik werd gesommeerd het niet te publiceren. Er werden snel allerlei verwijzingen naar Braziliaanse wetgeving bij gehaald.
Voor de goede orde: ik had weinig negatiefs te melden over het resort. De sjamaan nam vooral aanstoot aan de beschrijving van mijn persoonlijke ervaringen onder invloed van ayahuasca. Ik had in mijn hallucinaties van alles gezien: verblindende schoonheid, maar ook afgrijselijk verval. Dat is, als je de ervaringen van anderen leest, niet zo uitzonderlijk. Ik eindig het verhaal met de observatie dat sommige toeristen er wat te lang in blijven hangen. Als je het mij vraagt kun je niet eindeloos blijven spitten in eigen psyche. Het heeft me een paar onvergetelijke nachten opgeleverd, maar aanraden zal ik het niet. Althans, niet iedereen: als je net zo nieuwsgierig bent als ik, hou ik je niet tegen.
Om de sjamaan, die samen met haar partner steeds dreigender en onsamenhangender mailtjes ging schrijven, tegemoet te komen, heb ik haar naam en die van haar resort uit het stuk verwijderd. Daar heb ik achteraf een beetje spijt van: het zijn relevante feiten. Maar als iemand je 9 dagen onderdak en eten geeft, dan hou je rekening met diens gevoelens, ook als die onredelijk zijn. Zolang het verhaal er inhoudelijk maar niet onder lijdt. Dat is een balans die je als reisjournalist, die af en toe afhankelijk is van een beetje hulp, telkens weer moet vinden.
Reacties
Geen reacties gevondenSchrijf een reactie