Roadtrip van Los Angeles naar San Francisco
Gepost in Reportages | geplaatst door Jurriaan TeulingsTussen Los Angeles en San Francisco schuilt veel goeds. Een van de mooiste kustwegen ter wereld, om precies te zijn. Volg Tix op een roadtrip over de spectaculaire Pacific Coast Highway!
Venice Beach; een zonnige zondagmiddag in april. Op slechts 20 minuten rijden van het vliegveld van Los Angeles is het spontaan feest. Rondom een stel drummers op het zand tussen de pastelkleurige Baywatch-posten danst een honderdtal mensen met het soort overgave dat je doorgaans alleen na 3 uur ’s nachts ziet. Verderop, op de Venice Board Walk, mengen hippies en Hare Krishna’s zich met rolschaatsende muscleboys en ijsjes-etende toeristen. Aan Abbott Kinney Boulevard, een korte wandeling landinwaarts, is het decor van minimalistisch hout, de pizzabodem glutenvrij, en wordt de koffie gezet door barista’s met tatoeages en baarden. Met de jetlag in de benen is een relaxte middag tussen cafés, boetiekjes, strand, hippies en hipsters geen gekke start. Maar het ware spektakel gaat nog komen. De road trip die voor ons ligt is een klassieker: via de ruige kusten en overvloedige binnenlanden van Los Angeles naar San Francisco.
Voorbij Malibu strekt Californië’s beroemde Pacific Coast Highway in alle glorie voor ons uit. Een lint van asfalt langs torenende kliffen en een woeste zee. Links de lange golven en de diepte van de Stille Oceaan; rechts de rafelrand van de Verenigde Staten. De eerste halte: Santa Barbara. Californië mag van dan veraf bekeken vooral de bakermat zijn van menig typisch Amerikaans fenomeen, maar alle gezondheids-hypes, Hollywoodfilms, California girls, surfer dudes en zelfs McDonald’s ten spijt, zijn van dichtbij de Spaans-Mexicaanse roots van de staat een stuk prominenter. Niet alleen in vele plaats- en straatnamen, Mexicaanse restaurants en dito gezichten, maar ook in architectuur. Het ‘Santa’ in ‘Santa Barbara’ zegt het eigenlijk al: dit is de locatie van een oude missie van Spaanse franciscanen, een zendingspost van het soort dat de zielen van de inheemse bevolking kwam ‘redden’ en eindigde met de graven van pakweg 4000 Chumash in de achtertuin.
De Spaans-koloniale stijl van de uit 1786 stammende post leverden de inspiratie van de wederopbouw van de stad na een desastreuze aardbeving in 1925. Het witte stucco, de rode dakpannen en brede patio’s geven de stad tot op de dag van vandaag een sfeer die niet alleen schilderachtig is, maar ook privilege uitstraalt. Santa Barbara is dan ook sinds het einde van de 19e eeuw al dé vakantiestek Los Angeles’ jetset. Een deel daarvan zich er inmiddels permanent gevestigd. Ellen Degeneres brengt haar weekenden door in de heuvels in de omgeving. Een uurtje verderop staat Michael Jackson’s Neverland te verstoffen.
[new_royalslider id=”66″]
Hoewel er maar één nacht in Santa Barbara op de planning staat, en er tussen hier en Morro Bay een wijnroute lonkt, komen we er de volgende ochtend maar moeilijk weg. Misschien is het een restant van de jetlag. Misschien is het de uitgebreide maaltijd van de avond ervoor, waarbij alle geneugten van het Californische achterland de revue passeerden. Maar we geven de schuld liever aan ochtendlicht, dat het State Street zo bevallig bestrijkt dat het uitnodigt tot lui struinen. Langs het prachtig gerestaureerde Granada Theater uit de roaring ’20s. Via hofjes met yogascholen, en een man die op een straathoek verkondigt dat het wrak van de Ark van Noach is gevonden. Naar het Santa Barbara Museum of Art.
In de museumwinkel vinden we een etiquettegids voor ‘newbies’ in Santa Barbara, waarin de draak wordt gestoken met de lokale beau monde. Beleefde onderwerpen van gesprek, staat er te lezen, zijn hoeveel je je privéchef betaalt, wat de lease van de Gulfstream V voor het uitje naar de oostkust heeft gekost, en voor hoeveel miljoenen je bent gelicht door Bernard Madoff. Er staat ook in dat iedereen in Santa Barbara zich sinds 2004 zichzelf een wijnkenner waant. Dat was het jaar dat de Oscar-winnende film Sideways werd uitgebracht. Het tragikomisch relaas van twee mannen in een midlifecrisis, en de vrouwen die ze ontmoeten tijdens een in wijn gemarineerde road trip door het achterland van Santa Barbara, leidde tot een enorme opleving van wijntoerisme in de regio. Ook wij volgen hun route door de wijnlanden, die achter de zendingspost begint.
We lunchen bij het plaatsje Los Olivos, op een terras onder een weelderige blauwe regen. Aan de hoofdstraat is zo ongeveer elk café een wijnproeverij. De Andrew Murray Tasting Room is de beroemdste, niet alleen vanwege een scene in Sideways, maar ook vanwege de rockster-status die Murray geniet: vandaag de dag is hij 42, maar hij begon al op zijn 19e en op zijn 25e was hij al een met prijzen overladen wijnmaker. 10 kilometer verderop, langs de Foxen Canyon Wine trail, staat tegenwoordig zijn nog wat uitgebreider geoutilleerde wijnproeverij, waar de pinot noirs en syrahs niet alleen in afgestemde combinaties met kazen, maar ook met chocoladetruffels worden aangeboden.
Als we Morro Bay naderen, wakkert de wind aan, en wordt de geur van het met salie en munt geparfumeerde binnenland verdrongen door die van het zilt en de eucalyptus van de kust. Het kwik daalt snel onder de invloed van de koude, voedselrijke zeestroom die de Californische kust een rijkdom aan vis en ander zeeleven brengt. Na ons te hebben geïnstalleerd in een simpel hotel binnen de grenzen van het Morro Bay State Park, begeven we ons naar een visrestaurant aan het toeristische haventje, met uitzicht op een enorme vulkanische rots. De vis die er wordt geserveerd, staat er op het menu te lezen, kan het best ‘naakt’ worden genoten: zonder opsmuk van sauzen en kruiden. Maar mét een pinot grigio. De soundtrack komt van een groepje hoestende zeeleeuwen dat zich op een pier voor de rots heeft verzameld.
Het stuk van de Pacific Coast Highway van Morro Bay naar Monterrey wordt terecht de mooiste route van het Noord Amerikaanse continent genoemd. Het kan er flink misten, maar we hebben geluk: de strakblauwe luchten boven Big Sur ontlokken aan deze weelderig begroeide en grillig slingerende kust een ongekende kleurenpracht. Het water in de baai van het Julia Pfeiffer Burns State Park is van een aquamarijn dat doorgaans alleen rondom Polynesische atollen wordt gezien. Om het exotische plaatje af te maken, valt er een slanke waterval vanaf een hoge rots pal op het strand. Daarboven torenen sequoia’s – de hoogste bomen ter wereld. In de ranglijst van ’s werelds jaloersmakende decors valt niet veel hogers te bedenken.
Niet alle natuurpracht van de kust is voorbehouden aan de Pacific Coast Highway: vlakbij Monterrey voert een privéweg door het exclusieve Pebble Beach langs een flink aantal dramatische panorama’s. Hoewel de faciliteiten en villa’s grotendeels zijn voorbehouden aan welgestelde golfers en dames die lunchen, kunnen buitenstaanders tegen betaling van 10 dollar per auto de 17 mijlen lange route langs grillige rotspartijen en knoestige cipressen volgen. We treffen het: de route is het mooist rond zonsondergang.
De volgende rijden we door naar Santa Cruz. In dit eigenzinnige stadje ten zuiden van San Francisco draait om een heel ander soort spektakel. Een groot pretpark – de Boardwalk – markeert de waterkant, omzoomd door een breed strand. Aan de westkant is de zee ruiger en halen surfers halsbrekende stunts uit. Alles wordt overzien door het Surfer Bro Statue, dat aan ‘alle surfers van vroeger, nu en de toekomst’ is gewijd.
Maar niets overtreft San Francisco zélf: het eindpunt is de leukste stad van Californië. Hier komt alles samen. We rijden binnen via de majestueuze Golden Gate Bridge. Bij The Presidio bewandelen we nog één keer de ruige, met eucalyptussen en grillige cipressen begroeide kust. We nemen afscheid van de zeeleeuwen op de pontons van Pier 39. Laten ons meevoeren in de superfood-hysterie van de lokale hipster-groentejuweliers. Ook hier is het oudste gebouw van de stad een voormalige zendingspost. De buurt eromheen is er naar vernoemd: The Mission. Anno 2015 is het een van de leukste en hipste delen van de stad, en typisch San Francisco: eigenzinnig, cultureel divers en artistiek, met een flinke schep Mexico.
Na een laatste middag in koffiehuizen, taqueria’s en excentrieke boetiekjes, volgt aan Mission Street de klap op de vuurpijl: een diner bij Foreign Cinema. In dit restaurant, dat ook dienst doet als arthouse-bioscoop, serveert men een voorgerecht van vijf verschillende oesters. Afkomstig uit vijf baaien langs de Amerikaanse westkust. Ze leveren een verrukkelijk zacht-zilte herbeleving van onze road trip op – eentje die smelt op de tong.
[new_royalslider id=”63″]
Reacties
Geen reacties gevondenSchrijf een reactie